Een volledig circulaire economie in 2050, daar moeten we volgens de rijksoverheid naartoe. Nieuwe subsidieregelingen worden opgetuigd om ondernemers te bewegen tot circulaire innovaties – binnen het bedrijf zelf óf samen met partners binnen de product- of materiaalketen. Eén ding is zeker: dit subsidiebeleid begint inmiddels zijn vruchten af te werpen. Hoe, dat vertellen we je in dit artikel.

Steeds meer subsidie voor circulaire projecten

Het zal inmiddels niemand ontgaan zijn: ons kabinet streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. Niet verwonderlijk dus dat er steeds meer overheidssubsidie naar circulaire projecten gaat. Eén van de vele voorbeelden hiervan is het gloednieuwe onderdeel ‘kortlopende projecten betreffende circulaire economie’ binnen de subsidieregeling TSE Industrie Onderzoek & Ontwikkeling. Of neem de ‘vergoedingsregeling circulaire bouwwerkinstallaties’: een nieuwe regeling waarbij fabrikanten en leveranciers van bouwwerkinstallaties een vergoeding van 2.500 euro kunnen krijgen voor de kosten van een Levenscyclusanalyse. Deze regeling ging in mei van start en sluit (al) op 18 juli, de vergoeding is aan te vragen via de website van de Nationale Milieudatabase.

Hoe draagt zo’n Levenscyclusanalyse bij aan de circulaire economie? Het antwoord is simpel: de analyse levert een zogenoemd milieuprofiel op, met informatie over het milieueffect van het betreffende product. Dit milieuprofiel wordt uitgedrukt in verschillende milieu-impactcategorieën, denk bijvoorbeeld aan uitputting van grondstoffen, aardopwarmingsvermogen en aantasting van de ozonlaag. Met de verkregen milieu-informatie kan het product worden opgenomen in de Nationale Milieudatabase. Deze database moet goed gevuld zijn, willen we in 2050 kunnen werken in een circulaire economie. Kennis als voorwaarde voor goed en verantwoord handelen, daar gaat het hier om.

Nadenken over het volgende leven van een product

Even terug naar die circulaire economie – oftewel het sluiten van de kringlopen. In een circulaire economie is er geen afval meer, eenvoudigweg doordat producten na gebruik worden ingezet als grondstof voor nieuwe producten of materialen. Al tijdens het productieproces moet er dus worden nagedacht over het volgende leven van een product.

Mooie voorbeelden hiervan zien we onder andere in de bouw. Zo kreeg de Wageningse universiteit onlangs een nieuw onderwijsgebouw waarvan de gevels volledig modulair zijn opgebouwd. Mocht het gebouw in de toekomst ooit overbodig worden, dan zijn de gevelmodules herbruikbaar in een nieuw te bouwen gebouw – welke functie dat dan ook krijgt.

De R-ladder: wat zijn de strategieën voor circulariteit?

Voor circulair ondernemen is de zogenoemde R-ladder een veelgebruikt model. Dit model omvat een zestal strategieën voor circulariteit:

  • R1 Refuse & Rethink – stap af van producten of materialen die eigenlijk niet nodig zijn, en intensiveer het gebruik van het product.
  • R2 Reduce – verminder het verbruik van grondstoffen door ze efficiënter in te zetten.
  • R3 Re-use – gebruik een afgedankt product dat nog goed is, opnieuw.
  • R4 Repair, Refurbish, Remanufacture & Repurpose – repareer een kapot product, knap een oud product op of moderniseer het, maak nieuwe producten van oude producten, en gebruik onderdelen van een afgedankt product in een nieuw product.
  • R5 Recycle – verwerk materialen, reststromen en afval tot nieuwe grondstoffen.
  • R6 Recover – win energie terug bij verbranding van materialen.

Hoe hoger een strategie op de R-ladder staat, hoe circulairder die strategie is – omdat er bij de hoogste treden immers sprake is van minder grondstofverbruik dan bij de laagste treden. Trede R6 is in een circulaire economie eigenlijk ‘uit den boze’, of laten we zeggen: we moeten ernaar streven dat daar zo weinig mogelijk materialen terechtkomen.

De R-ladder kent overigens ook een ‘korte versie’: Reduce, Re-use, Recycle. Bovenaan staat Reduce (R1 en R2), het verminderen van consumptie en productie en het slimmer maken en gebruiken van producten. In het midden staat Re-use (R3 en R4): het verlengen van de levensduur van producten en onderdelen. En onderaan staat Recycle (R5 en R6), het nuttig toepassen van materialen die anders gestort zouden worden.

(Samen)werken aan circulaire projecten

We begonnen dit artikel met de constatering dat er steeds meer overheidssubsidie naar circulaire projecten gaat. Een recente monitoring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) laat zien dat de geldstroom toenam van 236 miljoen euro in 2018 tot 295 miljoen euro in 2020. RVO keek in het onderzoek naar projecten uit ruim twintig Nederlandse en Europese subsidieregelingen. In 2020 ging het voornamelijk om projecten van de maakindustrie en de kunststofindustrie, met een dominante positie van de chemiesector.

In mei van dit jaar is, zoals gezegd, de kortdurende ‘vergoedingsregeling circulaire bouwwerkinstallaties’ van start gegaan. Een ander mooi voorbeeld van overheidssubsidie voor circulaire projecten is de vrij nieuwe regeling Circulaire Ketenprojecten, bedoeld voor ondernemers die gezamenlijk werken aan het circulair maken van product- en materiaalketens. Hier stimuleert de overheid dus vooral het samenwerkingsaspect binnen de keten – sámen kom je er wel, zo luidt het credo.

Dat samenwerkingsaspect staat ook centraal in het zogeheten PRoLiFEx-project dat onlangs werd afgerond. In dit demonstratieproject nam milieubedrijf Attero samen met verschillende ketenpartners de kansen voor hoogwaardige recycling van plastic verpakkingsafval onder de loep. Oftewel: is het mogelijk om tot een gesloten plasticfolie-keten te komen? Het antwoord is een volmondig ‘ja’: het is gelukt om plastic verpakkingsafval van huishoudens te verwerken tot een hoogwaardige plasticfolie, met de juiste kwaliteit en sterkte om te kunnen dienen als verpakking voor ‘zware’ producten als compost en potgrond.

De EGEN-experts zetten zich in voor jouw circulaire oplossing!

Bij het PRoLiFEx-project kwam de expertise van EGEN om de hoek kijken. De consultants van EGEN wisten voor het project subsidie binnen te halen vanuit de regeling Joint Industry Projects (JIP), onderdeel van het Topsector Energie-programma. Daarnaast hebben zij zich gericht op het proces- en informatiemanagement binnen het project en op het uitvoeren van milieu- en sociaaleconomische impactanalyses. Ook hebben ze ervoor gezorgd dat het consortium zijn resultaatsverplichtingen nakwam richting de subsidieverstrekker.

Circulariteit is, naast ‘hot topics’ als energie en mobiliteit, een belangrijke expertise van EGEN. Heb jij als ondernemer flinke investeringen op de planning staan om te komen tot (meer) circulaire bedrijfsprocessen? Bijvoorbeeld door grondstoffen efficiënter in te zetten? Misschien zie je kansen om binnen jouw bedrijf óf samen met jouw ketenpartners een grensverleggende innovatie toe te passen waardoor reststromen of afval in te zetten zijn als grondstof? Neem eens contact met ons op en leg je ideeën aan ons voor. Wij bekijken graag samen met jou wat de kansen zijn voor jouw innovatie, welke subsidieregelingen erbij passen, of we samenwerkingspartners kunnen vinden om een sterk consortium te ‘bouwen’, en we stellen voor jou een kansrijke subsidieaanvraag op. Zo maken we jouw circulaire innovatie tot een succes!